30 JULI 1926 355 De heer ZIJLMANS heeft enkele opmerkingen met be trekking tot de inrichting der te bouwen woningen. In tegenstelling met de bewering van Burgemeester en Wet houders, dat de ruimte, waarin het privaat zich bevindt, niet is een keuken, maar een waschhok, is Spr. van mee ning, dat het wel degelijk een keuken is. Spr. zou het privaat willen uitbouwen; dat is een hygiënisch belang. Voorts zou Spr. gaarne zien, dat het platte dak aan de linkerzijde meer over stak. De heer MEYVIS juicht dit plan ten zeerste toe, alhoe wel het hem spijt, dat het College niet gezorgd heeft voor woningen voor krotbewoners en menschen met groote ge zinnen. Particulieren kunnen op dat gebied niets beginnen Spr. verwacht, dat het gemeentebestuur alsnog iets in die richting zal doen. Hij is het eens met den heer Z ij 1 m a n s, dat het ten zeerste aanbeveling verdient, de privaten uitte bouwen. De heer APPELBOOM wenscht nadere inlichtingen te bekomen omtrent de redenen, welke ertoe hebben geleid geen gebruik te maken van rijkssubsidie. Spr. meent, dat men daardoor heeft willen ontkomen aan verschillende lastige formaliteiten en geen invloed heeft willen doen uit oefenen op de huurprijzen. Spr. acht het echter niet onmo gelijk, dat de arbeiders de voorgestelde huren in de toe komst niet zullen kunnen opbrengen en dan zal de gemeente alleen het risico loopen, terwijl anders ook het Rijk in het verlies zou deelen. Spr. kan derhalve alleen met dit voor stel meegaan, als men hem kan garandeeren, dat de arbei dende klasse die huren zal kunnen opbrengen. De heer PELSTER zegt, dat er in de bewuste ruimte wèl een aanrecht, maar geen schoorsteen is ontworpen het is dus geen echte keuken. Nu kan het misschien wel voor komen, dat bedoelde ruimte in den zomer als keuken wordt gebruikt, maar in den regel zal zij als waschhok dienst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 355