30 JULI 1926.
357
de bewuste ruimte wordt verkeerdelijk als keuken geïnter
preteerd. De practijk wijst uit, dat zij niet als zoodanig
wordt gebezigd. In dergelijke woningen wordt n.l. de woon
kamer als keuken gebruikt, terwijl in de z g. keuken alleen
wordt gewasschen. Spr. gelooft dan ook, dat de hygiënische
eischen, welke men aan een woning mag stellen, hierbij
niet in het gedrang komen.
De heer ZIJLMANS blijft bij zijn meening, dat de aan
wezigheid van een privaat in een vertrek, onverschillig of
dit een keuken is of niet, uit den booze is.
De heer PELSTER merkt nog op, dat, als men den steun
van het Rijk inroept, men de huren zoo laag moet gaan
stellen, dat er niets meer overschiet, terwijl de gemeente
een exploitatie-tekort toch alleen heeft te dragen. Wat dat
betreft, blijft het dus hetzelfde of men al of niet rijkssteun
geniet.
De heer APPELBOOM Maar, daar staat toch tegen
over, dat de huren op een zooveel lager peil worden vast
gesteld. De loonstandaard is van dien aard, dat men den
voorgestelden huurprijs niet zal kunnen betalenja, Spr.
verwacht zelfs, dat dit in de toekomst evenmin het geval
zal zijn met de minimum-huren door het Rijk vast te stellen.
Het gaat er niet alleen om, woningen te zetten, maar tevens
tegen een billijken huurprijs. Spr. geeft daarom in overweging,
de rijkssubsidie dankbaar te aanvaarden. Hij is wel voor
stander van den bouw van woningen en zou daarom het
voorstel gesplitst willen zien in een voorstel tot woning
bouw mèt of zonder rijkssteun.
De heer HORNIX deelt mede, dat de kwestie van het
privaat ook in de vergadering van de Bouwcommissie is
besproken. De aanwezigheid daarvan in de keuken werd alge
meen een ernstig bezwaar geacht. Er is toen geconstateerd, dat,
als dezelfde woningen in Breda zouden worden gezet, zij