30 JULI 1926. 365 „vergunning in te trekken en ons te machtigen de bestaande „aansluiting te verbreken. „Een afschrift van bedoelde vergunning, alsmede een „teekening, waaruit de huidige toestand blijkt, worden ter „kennisneming hierbij overgelegd." De heer ZIJLMANS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Hoewel ik de eigenmachtige afwijking van de destijds verleende vergunning ten zeerste afkeur, meen ik er toch op te moeten wijzen, dat ons Gemeentebestuur niet ver standig heeft gedaan om hier niet samen te werken en een inderdaad toch zeer natuurlijke en rechtstreeksche loozing naar den Wilhelminasingel tegen te gaan. Want nu is Teteringen gedwongen geweest om voor de afwatering van het geheele Zandbergkwartier gebruik te maken van het riviertje de Leij en komt dus het rioolwater via de Mark geheel bovenstrooms van de stad en dus ook langs de Volksbadplaats, wat te vermijden ware geweest, indien de loozing via de Koninginnestraat naar den Wil helminasingel ware gedoogd, zoo noodig natuurlijk tegen een redelijke vergoeding van de zijde van Teteringen. De VOORZITTERVanwaar had die poging tot sa menwerking moeten komen? Toch zeker niet van onzen kant. Van de zijde van Teteringen heeft men geen samen werking gezocht, doch onrechtmatig en zonder ons te kennen gehandeld. Het College kan dus in deze geen verwijt treffen, integendeel, de zaak is dezerzijds uiterst coulant behandeld. Wij zijn niet terstond opgetreden, doch hebben Teteringen tijd gelaten om de zaak in orde te brengen. Wat de Volksbadplaats betrefthet valt zeer te betwij felen, of deze tengevolge van de afwatering van het Zand bergkwartier in de Lei verontreinigd zal worden. Dit is overigens een nevenkwestie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 365