366 30 JULI 1926. De heer ZIJLMANS blijft van meening, dat die veront reiniging zal geschieden. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de verordening op de heffing van leges, luidende als volgt „Wij hebben de eer U voor te stellen de „Verordening „op de heffing van legesgelden in de gemeente Breda" te „wijzigen als volgt „Het bepaalde onder B 1 en 2 van artikel 1 in te trekken „en te vervangen door het volgende 1voor het voltrekken van een huwelijk „in de trouwkamer, buiten den tijd, ingevolge art. 4 der „Wet van 23 April 1879 (Staatsblad No. 72) voor koste- „looze huwelijksvoltrekking bepaald f 10, „in de kleine trouwzaal f 20, „in de groote trouwzaal f 40, „in de receptiezaal zonder versiering f 80, „in de Raadzaal of in de versierde receptiezaal f 100,— „Burgemeester en Wethouders kunnen onvermogenden „van betaling voor het voltrekken van een huwelijk in de „trouwkamer vrij stellen, indien blijkt, dat om gewichtige „redenen de voltrekking niet op den voor kostelooze hu welijksvoltrekking bepaalden tijd kan plaats hebben. „2. voor het voltrekken van een huwelijk buiten het „gemeentehuis overeenkomstig art. 132 van het Burgerlijk „Wetboek f 40,— „De voltrekking van een huwelijk buiten het gemeente- „huis geschiedt kosteloos, indien van het onvermogen der „partijen blijkt door een getuigschrift van onvermogen, door „den Burgemeester hunner woon- of verblijfplaats afgegeven".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 366