368 30 JULI 1926. De heer COHEN handhaaft zijn meening. Hij stelt voor, de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde regeling in dien zin te wijzigen, dat de daarin genoemde bedragen afhankelijk worden gesteld van het uur, waarop men wenscht te trouwen. De VOORZITTER vraagt, of het amendement van den heer Cohen voldoende wordt ondersteund. Dit niet het geval zijnde, kan het geen punt van behandeling uitmaken. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, betref fende de reorganisatie van den gemeentelijken geneeskundigen dienst, luidende als volgt „De reorganisatie van den geneeskundigen dienst dezer „gemeente, tot stand gekomen krachtens de raadsbesluiten „van 22 December 1924, is in werking getreden op 1 Sep tember 1925. De toepassing der nieuwe regeling bleek al „spoedig verschillende moeilijkheden van practischen en „flnancieelen aard op te leveren. Zij waren van zooveel „gewicht, dat wij ons niet verantwoord hebben geacht U „daarvan onkundig te laten. Enkele malen heeft daardoor „de dienst andermaal een onderwerp van bespreking in „Uwe vergadering uitgemaakt. Een der gevolgen en zeker „niet het minst voorname daarvan is geweest, dat in Uwe „vergadering van 5 Februari 1926 is besloten de overeen- „komst met het Algemeen Afdeelingsziekenfonds van de „Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst met ingang „van 1 September 1926 op te zeggen, zoodat vóór dezen „datum opnieuw voorzien moet worden in de genees- en heel- „kundige behandeling van on- en minvermogende patiënten. „Tengevolge van de ondervonden moeilijkheden met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 368