30 JULI 1926. 369 „nieuwe organisatie is inmiddels achterwege gebleven de „benoeming van een geneesheer-directeur, zooals bedoeld „werd in de raadsbesluiten van 22 December 1924 Gem. „Blad No. 403 onder c., voor den toenmaals georganiseer- „den dienst, hoewel aan de beide tijdelijke gemeente- „geneesheeren reeds eervol ontslag was verleend. In het „gemis aan genees- en heelkundige hulp voor armlastigen „en onvermogenden, zoomede in enkele andere werkzaam heden, behoorende tot den werkkring van een geneesheer- „directeur, werd zoo goed mogelijk voorzien door aanwijzing „van een ter stede gevestigd geneesheer tot waarnemend „geneesheer-directeur. Wij zijn echter van meening, dat „deze waarneming niet langer mag duren dan de omstandig- „heden volstrekt noodzakelijk maken en wij hebben ons de „jongst verloopen maanden daarom voortdurend bezig ge houden om de zaak nog eens van alle kanten te bezien „en ons inlichtingen te verschaffen uit gemeenten waar eene „organisatie aanwezig is op den voet als U bij het aan matten der reorganisatie en ook daarna steeds voor oogen „heeft gestaan. Een resultaat daarvan is geweest, dat wij „van ons medelid, meer in het bijzonder belast met sociale „aangelegenheden, mochten ontvangen bijgaande nota, waarin „wordt ontvouwd een generaal plan voor de organisatie van „zulk een dienst als waaraan in onze gemeente behoefte „bestaat. „Het wil ons voorkomen, dat het oogenblik nog niet is „aangebroken om na te gaan, hoe voormeld generaal plan „zal moeten worden uitgewerkt tot een definitief plan, „speciaal voor onze gemeente, omdat wij ons die uitwerking „voorstellen langs geleidelijken weg met behulp van een „deskundig adviseur, die zelf met de uitvoering zal worden „belast. Wel achten wij het van groot belang om nu reeds „een beeld te geven, van de onderdeelen, welke de nieuwe „dienst zal moeten omvatten om te kunnen voldoen aan „hetgeen op dit gebied in eene gemeente als de onze rede lijkerwijze mag worden verwacht. Die onderdeelen zijn te „omschrijven als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 369