370 30 JULI 1926. „Ie. de geneeskundige verzorging, of, indien deze aan „anderen is overgedragen, de controle op de verpleging en „de behandeling der armlastige en minvermogende ingezete nen, die geheel of ten deele zijn ten laste van de gemeenten „2e. de kostelooze inenting en herinenting „3e. de doodschouw van personen, zonder geneeskundige „behandeling overleden; „4e. de keuring van nieuw aan te stellen personeel en „de controle over ziek personeel „5e. de ontsmetting van woningen en goederen „6e. het geneeskundig schooltoezicht „7e. de plaatsing en het vervoer van krankzinnigen voor „zoover daarin van gemeentewege moet worden voorzien „8e. het treffen van maatregelen ten behoeve van den „z.g. eersten hulpdienst „9e. de bevordering van oprichting en instandhouding „van gemeentewege of door particuliere vereenigingen, „eventueel met gemeentelijk subsidie, van wijk- en kraam- „vrouw-verpleging en van consultatiebureaux voor zuigelin genvoeding, tuberculose- en geslachtsziektenbestrijding, enz „10e. het fungeeren als adviesbureau ten gerieve van het „gemeentebestuur in alle medische en hygiënische aangelegen heden, in den ruimsten zin genomen. „Nagaande, welke onderdeelen van de hiervoor opgesomde „door gemeentelijke bemoeiing meer of minder behoorlijke „verzorging hadden, dan vinden wij daarvoor alleen die „genoemd onder le, 2e, 3e, 4e en 5e; het voorlaatste punt „nog zonder controle over ziek personeel. „Het is bij ons aan geen twijfel onderhevig, of Uwe „Raad is van oordeel, dat voorziening van gemeentewege „voor de overige punten dringend noodig is. De bemoeiing „der gemeente op het onderwerpelijk gebied zal daardoor „een aanzienlijke uitbreiding ondergaan, zoodat voor een „en ander meer dan tot nu toe zal moeten ten koste wor- „den gelegd. „Wij hebben nagegaan hoe het totaal der jaarlijksche

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 370