30 JULI 1926.
373
„van directeur van den geneeskundigen dienst der gemeente
„Breda op nader vast te stellen instructie en om zoo spoe-
„dig mogelijk in functie te treden en verder om te besluiten
„le. deze functie te plaatsen in groep XVI der tegen-
„woordige salarisregeling (f 7500,— f 8500, met be
maling, dat daaraan verbonden is het gebruik der ambts-
„woning behoorende bij het gemeentelijk ziekenhuis
„2e. ons te machtigen om eene tijdelijke regeling te
„treffen ter voorziening in de genees- en heelkundige hulp
„van armlastige en minvermogende patiënten na 1 Septem-
„ber e.k. tot aan het tijdstip, waarop deze tijdelijke regeling
„kan worden vervangen door eene definitieveen
„3e. ons op te dragen in overleg met den benoemden
„directeur alle voorbereidende maatregelen te treffen en U
„de noodige voorstellen te doen tot het in werking brengen
„van den geneeskundigen dienst dezer gemeente op den
„voet als in dit en de hierbij behoorende stukken is vervat."
De heer CERUTTI verzoekt, met het oog op het late
uur en de te verwachten breedvoerige discussies over dit
punt, de behandeling ervan aan te houden tot een volgende
vergadering.
De VOORZITTER zegt, dat: le het nog niet zoo laat
is, 2e hem niets bekend is omtrent breedvoerige discussies,
welke te wachten zouden zijn, en 3e de zaak zeer urgent is.
De heer APPELBOOM brengt in herinnering, dat hij in
1924 reeds gewezen heeft op de moeilijkheden, verbonden
aan de aansluiting bij het Algemeen Ziekenfonds. Spr. heeft
toen geen amendementen ingediend, omdat het slechts een
voorloopige regeling betrof. In de practijk hebben zich nu
tweeërlei bezwaren voorgedaan, n.l. van flnancieelen en van
administratieven aard. De financieele bezwaren waren de
groote kosten voor de gemeente, als de aansluiting bij het
Algemeen Ziekenfonds gehandhaafd bleef. Spr. heeft dien
aangaande inlichtingen ingewonnen, waaruit hem is gebleken,