374
30 JULI 1926.
dat van 1 October 1925 - 1 Juni 1926 aan het Ziekenhuis
is betaald f 5403,95 de kosten zouden dus per jaar pl.m.
f 8100,— bedragen. Als men nu in aanmerking neemt, dat
in 1924 die kosten werden geraamd op f 18000, dan is men
in de practijk nog beneden de helft van de raming gebleven.
Nu zal de heer Moll wel zeggen, dat maar de helft van
het aantal armlastigen is ingeschreven, doch daartegenover
staat, dat 72 bestedelingen geheel ten onrechte waren inge
schreven en men door aansluiting bij het Ziekenfonds het
groote voordeel had van specialistische hulp, vrije artsen
keuze enz. De bezwaren van administratieven aard waren,
dat het bijna niet doenlijk was om na te gaan, wie moesten
worden ingeschreven. Spr is er echter van overtuigd, dat,
welke regeling men ook zal treffen, er toch een grens zal
moeten worden getrokken, zoodat men dan weer voor de
zelfde moeilijkheid zal komen te staan, tenzij men terugkeert
tot het vroegere stelsel.
Het is Spr. opgevallen, dat het percentage armlastige
patiënten, hetwelk onder de nieuwe regeling bij de vroegere
gemeente-geneesheeren is gebleven, bijzonder groot is. Het
aantal, dat zich door Dr Houben heeft laten behandelen,
mag niet als maatstaf worden genomen, daar deze genees
heer de voorbehandeling heeft gehad. De meesten hebben
dus geen aanleiding gehad om naar een anderen dokter te
gaan. In verband met de opgedane ervaringen vraagt Spr.
als het onmogelijk is om bij het Algemeen Afdeelings-
ziekenfonds aangesloten te blijven waarom men dan niet
zou terugkeeren tot het vroegere stelsel, aangevuld met
enkele nieuwe factoren, zooals o.a. geneeskundig schooltoe
zicht. Spr. is er van overtuigd, dat ook de doctoren daar
voor veel gevoelenzij stellen menschlievendheid boven
administratieven rompslomp Het heeft Spr. in het voorstel
van Burgemeester en Wethouders bijzonder getroffen, dat
zij een deskundig adviseur wenschen te hebben, die zelf met
de regeling van den geneeskundigen dienst zal worden be
last. Spr. vindt zulks absurd, want men zit dan aan het