30 JULI 1926. 381 geneesheer-directeur was in dat plan opgenomen. Later is men evenwel bang geworden voor de bevoegdheden aan dezen functionaris toegekend en heeft een minderheid in de geneeskundige Commissie, bestaande uit de deskundige leden, er op aangedrongen geen geneesheer-directeur te benoemen. Dr. S t r u ij c k e n en dr. B ij n e n hebben evenwel beiden indertijd aan het totstandkomen van het reorganisatie-plan medegewerkt. De heer MOLL gaat in het kort de geschiedenis der reorganisatie na. Een uitvloeisel daarvan is geweest het afsluiten van een contract met het A. A. Z. B. Dit was echter van begin a'f aan niet erg gesteld op de armlastige patiënten der gemeenteeen bewering welke Spr. met be wijzen staaft. Onderhandelingen op dit gebied hebben geen succes gehad. De heer Appelboom heeft beweerd, dat de jaarlijksche kosten van aansluiting bij het A.A.Z.B pl.m. f 8100 zouden bedragen, doch hij vergeet, dat nog slechts hoogstens 7s van het aantal armlastigen is ingeschreven. Het jaarlijksch bedrag zou dan ook niet beneden f 18000 blijven, doch er ver boven gaan. De heer Appelboom stelt de zaak al te eenvoudig voorhij is even onjuist ingelicht als de schrijver van de ingezonden stukken in een plaatselijk blad op die manier wordt de publieke opinie verpest, 's Heeren A p p e 1 b o o m's bewering over het voordeel van specialis tische hulp bij aansluiting aan het Ziekenfonds is al even onjuist als zijn mededeeling, dat 72 bestedelingen geheel ten onrechte zouden zijn ingeschreven. De heer APPELBOOM Ik heb dat van U vernomen in een geheime vergadering De heer MOLL ontkent zulks ten stelligste. De heer Appelboom heeft verder gezegd, dat de heeren doctoren menschlievendheid boven administratieven rompslomp stellen. Welnu, dan dreigt er ook geen gevaar voor een conflict,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 381