384 30 JULI 1926. merking niets persoonlijks bedoeld hij heeft geheel zonder aanzien des persoons gesproken. De heer MOLL Ik wil hier geen namen noemen, doch ik ben bereid ze U onder vier oogen mede te deelen. De heer APPELBOOM U heeft zooeven gezegd, dat slechts V, van het aantal armlastigen in het Ziekenfonds was ingeschreven. Het gegeven, dat het de helft was, heb ik echter van U zelf gekregen. De heer MOLL Uit mijn rapport van 20 januari 1926. Nadien is er echter veel gewijzigd De heer APPELBOOM begrijpt er niets van. De heer MOLL licht de zaak nader toe en zegt, dat de heele kwestie hierin zit, dat het maximum veel te laag is gesteld. De heer APPELBOOM zegt, dat diverse artikelen, zoo als breukbanden, in elk geval tegen zeer gereduceerden prijs zijn verstrekt. Wat Spr 's opmerking over de inschrijving van bestedelingen betreftde heer Moll heeft indertijd zelf in geheime vergadering gezegd, dat er een 70-tal be stedelingen ten onrechte in het A. A. Z. B. was ingeschreven. Voorts zegt Spr., dat de drie deskundige leden der Genees kundige Commissie indertijd een schrijven hebben gericht tot Burgemeester en Wethouders, waarin zij als hun over tuiging uitspraken, dat de aanstelling van een geneesheer directeur niet noodig is. Dit nu is de opinie van vrijwel alle doctoren hier ter stede. Het is dan ook wel eigenaardig, dat de organisatie, die het beste advies had kunnen geven, n.l. de Geneeskundige Kring, nooit is gehoord en dan nog wel in een tijd, die staat in het teeken van georganiseerd overleg. Dat de medici zich daardoor gegriefd gevoelen, kan Spr. zich volkomen indenken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 384