394 20 AUGUSTUS 1926. De VOORZITTER geeft in overweging, deze rekening te stellen in handen eener commissie van drie leden ter fine van onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter de commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Cohen, Kroone en Z ij 1 m a n s. 5. Adres van J. A. de la Cour, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening ten behoeve van het maken van een afdak op het perceel aan de Hal straat no. 21. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en van den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht c. dat het afdak niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt d. dat, ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worden aangeboden e. dat, wanneer binnen twee maanden na de dagteeke- ning van dit besluit van de verleende ontheffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 394