b. dat de werkplaats binnen 6 Meter van de achter- grens van het te bebouwen perceel niet hooger worde opgetrokken dan 4 Meter d. dat de werkplaats niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt f. dat, wanneer binnen vier maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn 20 AUGUSTUS 1926. 395 geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en ouder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzondering vervalt. 6. Adres van W M. vanPruijssen, daarbij ont heffing verzoekende van art. 15, 2e lid, der Bouwverordening ten behoeve van het bouwen eener steenhouwerswerkplaats op het perceel aan den Tramsingel no. 86. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en van den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen, doch alleen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de gren zen van het perceel c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht e. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worden ingezonden .verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzondering vervalt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 395