406
20 AUGUSTUS 1926.
aanvrager onderteekend exemplaar onder Burgemeester eh
Wethouders van Breda moet blijven berusten.
5. Geen nieuwbouw of verbouwing mag op de gekochte
perceelen geschieden dan na schriftelijke goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
6. Voor alle op te richten gebouwen, alsmede voor
afsluitingen, rioleering enz. zullen gelden de bepalingen der
bouwverordening voor de gemeente Breda, tenzij die strijdig
mochten zijn met de bouwverordening van Teteringen.
7. De koopster is verplicht het gekochte terrein af te
sluiten, overeenkomstig art. 97 der bouwverordening der
gemeente Breda. De verkoopster is, voorzoover dat terrein
grenst aan haren grond, niet verplicht bij te dragen in de
kosten van die afsluiting. De koopster doet derhalve afstand
van hare bevoegdheid, omschreven in art. 690 van het
Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan het verkochte perceel
grenzende grond eigendom is van de verkoopster.
8. Voor iedere overtreding door de koopster van een
der voorgaande bepalingen zal zij, zonder dat een ingebreke
stelling noodig is, ten behoeve van de gemeente Breda
verbeuren een boete van f 10,per dag, zoolang de
overtreding voortduurt. De boete begint te loopen op den
dag, waarop aan den overtreder bij deurwaarders-exploit
het geconstateerd zijn der overtreding is aangezegd.
9. De koopster is verplicht, en zulks op straffe eener
dadelijk opvorderbare boete ten behoeve van de gemeente
Breda van f 10,000, wegens het enkel verzuim in de
nakoming dezer verplichting en zonder dat een ingebreke
stelling hiervoor noodig is, bij geheele of gedeeltelijke verdere
overdracht van het door haar gekochte, aan den nieuwen
verkrijger al de bepalingen in deze voorwaarden gemaakt,
daaronder begrepen dit artikel, eveneens op te leggen en
daarbij overeenkomstige boeten ten behoeve der gemeente
Breda te bedingen.
10. De verkoopster zal, zonder eenige aansprakelijkheid
harerzijds, trachten zoo spoedig mogelijk met de Maatschappij