408
20 AUGUSTUS 1926.
I. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat de
toestand van en de regelingen getroffen aan de kostelooze
zweminrichting zeer veel te wenschen overlaten
II. Zijn Burgemeester en Wethouders bereid onmiddel
lijk te bevorderen, dat
1. een vervroegd openings- en een later sluitingsuur
worden vastgesteld, vooral ook om het baden van
arbeiders voor en na hun werkuren te bevorderen
2. voor het baden van kinderen aparte uren worden
vastgesteld
3. een betere regeling worde getroffen voor het ver
krijgen van toegang, het bergen van fietsen en klee
deren enz.
4. het deskundig toezicht bij het baden van gemeente
wege worde geregeld
III. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van oordeel,
dat ook na het aanbrengen van de in vraag II aangegeven
verbeteringen de toestand der zweminrichting onhoudbaar
blijft en zijn zij bereid een afdoende oplossing van deze
zaak zeer spoedig te bevorderen
Bij deze vragen is gevoegd het volgend antwoord van
Burgemeester en Wethouders
„Van Uw medelid, den heer M e ij v i s, ontvingen wij
„de hierbij gevoegde vragen betreffende den toestand en de
„regelingen, getroffen bij de kostelooze volksbadplaats.
„Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer deze vragen
„als volgt te beantwoorden.
„Vraag I.
„Het is bekend, dat de kostelooze volksbadplaats niet aan
„alle eischen voldoet, welke volwassenen hieraan kunnen
„stellen. Reeds meermalen zijn plannen beraamd tot uitbrei
ding en verplaatsing, welke echter niet tot eenig resultaat
„hebben geleid.
„De opzet bij het maken dezer badplaats niet zwem
inrichting is geweest het voorkomen van zwemmen door