412 20 AUGUSTUS 1926 komen aan den wensch van den heer M e ij v i s, om de badinrichting 's-Zondags om 7 uur v.m. open te stellen, den beambte, die met het toezicht is belast, in de gelegenheid te stellen zijn godsdienstplichten waar te nemen. De heer VAN WERKHOOVEN dringt er op aan, de door den heer M e ij v i s aangegeven verbeteringen terstond in te voeren en daarmede niet te wachten tot het volgend seizoen zulks loont heusch nog wel de moeite, want men heeft toch nog de geheele maand September voor den boeg. Voorts noemt Spr. het een schril idee, dat zoo'n oud man daar toezicht houdthij acht het wenschelijk hem van tijd tot tijd te doen aflossen. De VOORZITTER vindt de uren, waarmede de gelegen heid tot baden verruimd zou worden, niet in overeenstem ming met het vergevorderd seizoen. Vervolgens komt Spr. op voor de eer van den bewaker de man doet behoorlijk zijn plicht. De heer VAN WERKHOOVEN heeft het niet gehad over 's mans plichtsbetrachting, doch over zijn hoogen leef tijd zoo'n oud man is niet in staat een geheelen dag be hoorlijk toezicht te houden. De VOORZITTER De zaak heeft onze volle aandacht. De besprekingen omtrent deze aangelegenheid zijn hiermede geëindigd. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van machtiging voor den bouw van 84 arbeiders woningen aan den Vestkant onder Princenhage en tot toe kenning van het daarvoor noodige crediet (aangehouden in de vorige vergadering), luidende als volgt „In Uwe vergadering van 30 Juli j.l. kwam ter tafel het „hierbij teruggaand voorstel van ons college, betreffende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 412