15 SEPTEMBER 1926. 437 groote kosten maken, dan zouden misschien wel eenige leegstaande lokalen van openbare scholen voor het geven van openbaar voorbereidend lager onderwijs beschikbaar kunnen worden gesteld men heeft hier toch ook wel een openbare school leeggepompt ten behoeve van het bijzonder onderwijs De heer HORNIX ziet zich genoopt nu zijn in een vorige vergadering gesproken woorden met een zekere tendenz in het debat zijn gebracht te verklaren, dat hij reden had om aan de cijfers van den heer Korteweg te twijfelen. Voorts wil Spr. even constateeren, dat de heer Korteweg zooeven een fout heeft gemaaktde kosten van oprichting van twee openbare bewaarscholen zullen n. 1. niet f 160.000, maar f 16.000 bedragen. De heer MOLL begrijpt de vraag van den heer Cohen niet goed. Spr. heeft juist uit hoofde van de hooge kosten tegen de oprichting van openbare bewaarscholen gepleit, daar men zooals door hem is aangetoond niet met twee zoodanige scholen zou kunnen volstaan. Gehoord de cijfers, acht Spr. de instelling van openbaar voorbereidend lager onderwijs absoluut overbodig en doet het hem genoegen, dat men aan de rechterzijde zoo zuinig met de financiën der gemeente is. De heer KOOPERBERG komt op tegen de voorstelling van zaken, dat de verdienste van te willen bezuinigen uitsluitend aan de rechterzijde zou toekomen Spr. en zijn buurman, de heer Z ij 1 m a n s, breken vaak een lans voor bezuiniging op verschillend gebied, dus is dit niet een spe ciale verdienste van de rechterzijde. Trouwens, Spr. is de meening toegedaan, dat het kosten-argument alleen „pour le besoin de la cause" in het debat wordt gebrachthet maakt dan ook'op hem absoluut geen indruk. Spr. zou weieens willen zien, of men ook zou weigeren, als er van die zijde een dergelijk adres werd ingediend. De houding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 437