442 15 SEPTEMBER 1926. heerschen. De toestand is daar wel iets verbeterd, maar ten opzichte van het schoonhouden van privaten en opruimen van vuilnis is hij nog allertreurigsthet is nu al 14 dagen geleden, dat de Reinigingsdienst daar is geweest om het vuil op te ruimen. Het ruimen der beertonnen moet door de bewoners zelf geschieden Spr. hoopt, dat er ten spoedigste verbetering in dien toestand komt. Wat de woonschepen betreft iuLlIl uullticdil tui privaat oh A;J ,.-j- 1 r.rljf7c wordt door de bewoners van die schepen een zeker recht be taald; zij hebben dus recht op een betere behandeling van de zijde van het Gemeentebestuur. Ten slotte komt Spr. tot den vervuilden toestand van het singelwater. Reeds herhaaldelijk is hier door hem daarop gewezen. De stank, door haven- en singelgrachten ver spreidt, wijst er op, dat noodzakelijk uitbaggering moet plaats hebben. Ook dient men nauwlettend toe te zien op de verwijdering van cadavers uit de openbare wateren weliswaar is de politie verplicht daarvan kennis te geven aan den Reinigingsdienst, maar er zijn plaatsen, waar de politie niet komt, weshalve Spr. een speciale controle van de Gemeente-Reiniging zou wenschen te zien ingesteld, opdat het niet meer voorkome, dat die cadavers in het water blijven liggen. De VOORZITTER antwoordt, dat de door den heer M e ij v i s gemaakte opmerkingen zullen worden nagegaan. De heer M e ij v i s kan trouwens zelf als lid van de Rei nigingscommissie aan het doen van voorstellen in die rich ting medewerken. De heer HORNIX merkt op, dat het volstrekt niet uit gesloten is, dat het vervuilen van de singelgrachten een rol speelt in deze typhus-epidemie. Spr. somt de verschillende interpellaties op, welke in de laatste jaren daarover in den Raad gehouden zijn desondanks hebben Burgemeester en Wet- ~2iz-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 442