„b. tegen den koers van 99% en eene rente van 41/»
,,in dit geval wordt de boetebepaling bij vervroegde aflos
sing niet gesteld.
444
15 SEPTEMBER 1926.
„terwijl bij vervroegde aflossing binnen de eerste 5 jaren
„1% van de meerdere aflossing moet worden betaald;
..Eene berekening heeft uitgewezen, dat de eerste voor
gaarden boven de andere een zeer gering geldelijk voor-
„deel van enkele honderden guldens (over 22 jaar) geven.
„Deze factor kan derhalve buiten beschouwing worden
„gelaten.
„Na rijpe overweging zijn wij tot de conclusie gekomen,
„dat de voorwaarden sub a. behooren te worden gekozen.
„Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen, het
„aanbod sub a. voormeld van genoemd pensioenfonds te
„accepteeren. Ter verdere toelichting mogen wij U mede-
„deelen, dat aan de Nationale Levensverzekeringsbank te
„Rotterdam moet worden afgelost een bedrag van f 483.000.
„Voor deze aflossing zal worden gevonden f462.000,— uit
„de nieuw te sluiten leening, terwijl een bedrag van
„f 21,000, zijnde de aflossing over 1926, uit den gewo-
„nen dienst zal worden geput. De eerste aflossing der
„nieuwe leening geschiedt dan ultimo December 1927".
De heer KOOPERBERG vraagt, waarom aan het aan
bod sub a de voorkeur wordt gegeven boven dat vermeld
onder b. Het wil hem voorkomen, dat het aanbod sub b.
voordeeliger is.
De heer PELSTER antwoordt, dat nauwkeurige bere
keningen zijn gemaakt. De conclusie was, dat het aanbod
sub a. voordeeliger is. Spr. noemt daarop enkele cijfers om
zijn bewering te staven.
De heer KOOPERBERG is toch van meening, dat het
tweede aanbod de voorkeur verdienthij vindt het eerste
leeningsplan onzeker