15 SEPTEMBER 1926. 449 „onder de aandacht gebracht, dat een verzoek van die „strekking ongetwijfeld zou zijn gewaardeerd en allergun stigst ontvangen, doch dat de Kring toch een waardige „vertegenwoordiging in de Commissie had gehad in ver schillende medici, leden van den Kring, die hunnerzijds „nimmer op zoodanige aanvulling hadden geduid. Dit punt „werd overigens als ondergeschikt ter zijde gelaten. Waar „het op aan kwam, was de omstandigheid, dat twee genees- „heeren, die jarenlang een tijdelijke opdracht hadden gehad „armlastige zieken voor de gemeente te behandelen, onge- „veer een jaar geleden, in September 1925, van die opdracht „waren ontheven, dat deze beiden het vermoeden hadden „gehad bij de reorganisatie opnieuw een opdracht te zullen „ontvangen, daarbij meenend zich op toezeggingen te kun- „nen beroepen, en dat in den laatsten tijd en nu meer „beslissend in de raadsvergadering van 30 Juli 1926 geble- „ken was, dat zij van zoodanige opdracht mogelijkerwijze „verstoken zouden blijven Met nadruk werd ter conferentie „gezegd, dat geen andere bedenkingen tot de actie van den „Kring hadden geleid. Waarom men zich niet royaal tot „het Gemeentebestuur had gewend, bleek niet. „Wat nu het aangevoerde bezwaar tegen het Gemeente- bestuur van Breda en de door Uwen Raad getroffen „regeling betreft, zij het volgende medegedeeld. „Bij de reorganisatie in 1925, als proef aanvaard, was „naast de directeursfunctie gelegenheid gelaten voor een „bijbetrekking van twee geneesheeren tegen een salaris van „f 1500, Toen een tijdelijke Directeur in September 1925 .optrad en de armlastige zieken aan de zorg van het Al- „gemeen Afdeelings Ziekenfonds van de Maatschappij ter „bevordering der Geneeskunst werden toevertrouwd bleek „reeds spoedig, dat een opdracht aan twee geneesheeren „op genoemde voorwaarden, wegens den geringen omvang „der werkzaamheden en het ontbreken van een omlijnd „denkbeeld omtrent die werkzaamheden onjuist zoude zijn. „De aangelegenheid kon vrijelijk onder het oog worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 449