454 15 SEPTEMBER 1926. De heer APPELBOOM Neen, maar het is de conse quentie van Uw handelwijze. Uit het feit, dat er niet gevraagd is naar hun opinie, is af te leiden, dat er geen prijs werd gesteld op het advies van den Geneeskundigen Kring. Dat er nu toevallig drie leden van die organisatie zitting hebben in de Gemeentelijke Geneeskundige Commissie, doet niets ter zake zij zaten er niet in als vertegenwoor digers van hun organisatie de Kring als zoodanig is absoluut buiten de zaken gehouden. Toen nu de deskundige leden der Geneeskundige Commissie op hun vroeger advies terugkwamen, had de Geneeskundige Kring zeker gehoord moeten worden, maar zelfs het advies van de Gemeentelijke Geneeskundige Commissie is toen niet meer ingewonnen Zij is al in geen maanden ter vergadering opgeroepen. Het Gemeentebestuur heeft zich daarop in verbinding gesteld met een geneesheer van buiten de stad. Het is derhalve alleszins onjuist de schuld in deze op de geneesheeren te werpen het Gemeentebestuur had zich op de hoogte moeten stellen van hetgeen er leefde in den Geneeskundigen Kring. Na 30 Juli 1 1. is dit geschied, maar Burgemeester en Wet houders hadden zulks al veel eerder moeten doen, vooral als men later met die kringen contact moet zoeken. Spr. haalt vervolgens „Medicus" aan en meent te mogen ver onderstellen, dat Burgemeester en Wethouders nu wel zullen weten, wie dat is. De VOORZITTER Neen, wellicht een belanghebbende. De heer APPELBOOM Neen. De heer MOLL Het interesseert ons trouwens niet De heer APPELBOOM Dan behoeft U het ook niet te weten. Voortgaande zegt Spr., dat eerst op 11 Augustus j.l. het Gemeentebestuur duidelijk is geworden, welke de bezwaren van de medici waren. Burgemeester en Wethou ders hebben daarop de heeren Beintema en H of man

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 454