15 SEPTEMBER 1926. 455 ontboden om het oordeel der geneeskundigen te hooren over een door hen ontworpen tijdelijke regeling. De heer MOLL Het oordeel van het bestuur van den Geneeskundigen Kring De heer APPELBOOM Neen. van de geneeskundigen. Ten einde zijn bewering te staven, doet Spr. daarop voor lezing van den brief d.d. 29 Augustus j. 1. door dr. Bein- t e m a tot den Burgemeester gericht. Er is daarin sprake van twee puntenlo. het ontslag der beide gemeente- geneesheeren. De VOORZITTER Waaraan door U is medegewerkt. De heer APPELBOOM In de eerste plaats door Bur gemeester en Wethouders en door den Raad. Het tweede punt, dat in dien brief genoemd wordt is de toezegging van een vaste aanstelling bij den Gemeentelijken Genees kundigen Dienst met ingang van 1 December 1926. Spr. heeft aan het ontslag der beide gemeente-geneesheeren medegewerkt, omdat hij in de veronderstelling verkeerde, dat zij herplaatst zouden worden bij den georganiseerden dienst, hetgeen ook bleek uit den financieelen opzet van dien dienst. Het stond derhalve bij hem vast, dat het ontslag van tijdelijken aard zou zijn. Dat dit achteraf gebleken is, niet het geval te zijn, heeft de meeste ontstemming gewekt. De VOORZITTER: Ja, juist, over dat ééne punt schijnt het conflict ten slotte te gaan. De heer APPELBOOM Ook omdat hun organisatie niet is gehoord. Mag men uit den brief van den heer Beintema de conclusie trekken, dat U een mondelinge toezegging had gedaan in zake de herplaatsing van de beide voormalige gemeente-geneesheeren bij den Geneeskundigen Dienst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 455