15 SEPTEMBER 1926 457 dan zou Spr weieens willen weten, wat Burgemeestei en Wethouders ertoe heeft geleid, het zooeven genoemd be drag voor twee geneesheeren op de begrooting uit te trek ken. Door twee leden van de voorbereidingscommissie is hem indertijd medegedeeld, dat het in de bedoeling lag de beide gemeente-geneesheeren in een gelijkwaardige positie bij den gereorganiseerden Geneeskundigen Dienst aan te stellen. Het staat dan ook bij hem vast, dat dit de bedoe ling geweest .is. Het betreft hier geen geld-, maar een eere kwestie. De beide geneesheeren zijn nog minder behandeld dan een werkman zij gevoelen zich daardoor in het aan gezicht geslagen. Daarbij komt nog, dat hun organisatie nooit is gehoord. Komende tot de conclusie van de nota van Burgemeester en Wethouders zegt Spr., dat als een niet-ingewijde haar leest, hij daaruit ongetwijfeld zal opmaken, dat de genees kundigen zich tegenover de gemeente Breda bereid ver klaard hebben de armlastige patiënten der gemeente te behandelen. Dit is echter niet gebeurd, en zij hebben zelfs verklaard, die patiënten onder geen voorwaarde te willen behandelen. Burgemeester en Wethouders hebben sedert Augustus niets gedaan om daarin verandering te brengen; zij hadden dus in hun nota een andere voorstelling van zaken moeten geven. Den doctoren komt een woord van hulde toe, omdat zij de menschen niet de dupe laten worden van den huidigen toestand. Een nota als de onderhavige prikkelt de genees kundigen en moet er toe bijdragen om hen te stijven in hun houding. Wat moet er nu gebeuren De toestand kan en mag zoo niet blijven. Nu kan men wel geneeskundigen van buiten de stad laten komen, maar dan zit men nog met de specialistische hulp wil men die ook van buiten betrek ken, dan zal dat zeer veel kosten. Wil men de breuk herstellen, dan moet men van beide zijden daartoe medewerken. Zooals echter de Geneeskundige Kring is behandeld, kan niet door den beugel. Spr. waar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 457