458
15 SEPTEMBER 1926.
schuwt het Gemeentebestuur, de zaak niet op de spits te
drijven, opdat men niet voor onoverkomelijke moeilijkheden
zal komen te staan. Men moet de handen ineen slaan om
uit de impasse te geraken. Als de doctoren bemerken, dat
ook van de zijde van het Gemeentebestuur toenadering
wordt gezocht, dan gelooft Spr. wel, dat men tot een ver
gelijk zal komen. Maar, men moet dan beginnen met andere
nota's te schrijven dan de onderhavige.
De VOORZITTEREn andere speeches te houden
dan U Spr. constateert, dat de heer Appelboom de
vorige maal een motie heeft ingediend, zonder dat het
Gemeentebestuur door den Geneeskundigen Kring over diens
bezwaren was ingelicht. Deze motie werd verworpen en er
is toen besloten, over te gaan tot de oproeping van een
geneesheer-directeur. Tegelijkertijd met die oproeping ver
scheen in de bladen een advertentie, waarin sollicitanten
de raad werd gegeven, zich, alvorens op die oproeping in
te gaan, om inlichtingen te wenden tot den Geneeskundigen
Kring. Dit werd nu toch wel wat te erg het was ageeren
achter den rug van het Gemeentebestuur om, zonder zelfs
te voren ook maar eenigszins bedenkingen te hebben geuit
of met het Gemeentebestuur kwesties te hebben gehad.
Men heeft zoovele jaren achtereen een commissie van advies
gehad, waarin doctoren zitting hadden, doch nimmer is door
hen te kennen gegeven, dat zij het noodig oordeelden den
Geneeskundigen Kring nog op andere wijze gerepresenteerd
te zien en de Kring liet ook niets van zich hooren. Dat de
Kring zou zijn gepasseerd is tot kort geleden door niemand
gevoeld. Thans komt men er pour le besoin de la cause
mede aan zonder eenigen goeden grond. Deze klacht van
den Kring kan overigens niet zoo veel gewicht in de schaal
leggen de president van den Kring heeft zelf erkend, dat
dit een ondergeschikt punt was. Na te hebben kennis ge
nomen van bovenbedoelde advertentie heeft Spr. den voor
zitter van den Kring opgebeld om te informeeren, wat die