466 15 SEPTEMBER 1926. De VOORZITTER wenscht de discussie beëindigd te zien en constateert, dat alleen van den heer Appelboom bezwaren zijn vernomen tegen het standpunt van Burge meester en Wethouders. De heer HORNIX deelt mede, dat hij op het standpunt --.van den heer Appelboom staat. W, Hiermede zijn de besprekingen over deze aan gelegenheid geëindigd. 20. Adres van M. C. Broeders alhier, daarbij wijzi ging verzoekende van de voorwaarde sub a, waaronder hem bij besluit van Burgemeester en Wethouders, d d. 31 Augustus j.1.vergunning is verleend tot verbouwing van een pakhuis aan de Koningstraat. De VOORZITTER licht dit verzoek nader toe en geeft namens Burgemeester en Wethouders in overweging, daarop afwijzend te beschikken. Zonder eenige bedenking wordt daartoe be sloten. VERSLAGEN Door den heer COHEN wordt, namens de commissie, belast met het onderzoek van de rekeningen van het Bur gerlijk Armbestuur, het Gemeentelijk Pensioenfonds, den Vleeschkeuringsdienst en den Warenkeuringsdienst, alle over 1925, gerapporteerd, dat zij die rekeningen heeft onderzocht en accoord bevonden, weshalve zij voorstelt, gemelde reke ningen goed te keuren en vast te stellen. De VOORZITTER dankt de commissie voor het ge houden onderzoek en uitgebracht rapport en stelt voor, overeenkomstig de conclusie daarvan, de onderwerpelijke rekeningen goed te keuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 466