46 5 FEBRUARI 1926 De heer ZIJLMANS verklaart, dat de heer Pels ter hem niet heeft kunnen bekeeren. De tegenwoordige bestrating van het Stationsplein en van de Willemstraat is van dien aard, dat Spr. het een luxe zou noemen, als men daar een asphalt- bestrating ging aanbrengen. Mede namens de heeren Cerutti, Van Hattem, Kooperberg en Speyart van Woerden stelt Spr. dan ook voor, terug te komen op het raadsbesluit van 11 December 1923 en B. en W. uit te noodigen om spoedig bij den Raad te komen met een voorstel tot bestrating van den Nijverheidssingel en de Fellenoordstraat met keien. De VOORZITTER wil aan de woorden van de heeren Pelster en Korteweg nog enkele opmerkingen toe voegen. Het heeft hem om in de terminologie van het onderwerp te blijven verwonderd, dat de heeren met zoo'n zware kar rijden. De asphalteering van het Stations plein en de Willemstraat is door anderen dan de heer Z ij 1 m a n s nooit als een luxe erkend. Hierbij vindt het bekende opschuivingssysteem toepassing, waardoor men in dit geval vier straten zeer verbetert. Het opbreken van de rails in Willemstraat en Stationsplein kost op zichzelf al zooveel arbeidsloon, dat het zonde zou zijn als men deze gelegenheid niet benutte om de bestrating ineens goed te maken. Men krijgt daardoor tevens een mooie entrée van de stad en een behoorlijken opgang naar het Valkenberg. Wanneer men nu niet daarin wilde voorzien en nieuwe keien in secundaire straten ging leggen, zou men geen zuinige politiek voeren. Het gevolg ervan zou zijn, dat men over eenigen tijd ontdekte half werk gedaan te hebben. Ten slotte wil Spr. den heer Cerutti opmerken, dat thans de invloed van den heer Speyart van Woerden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 46