28 OCTOBER 1926. 475 Onze gedachten gaan naar den braven Commandant, maar ook naar den beminden echtgenoot en vader, naar het gezin, dat, gelijk wij, hem zoo gaarne gunt Gods loon, hem toe gebeden, en dat aanspraak heeft op 's Raads innige deel neming, mondeling reeds vertolkt en naar Uw zekeren wensch na deze vergadering alsnog schriftelijk te uiten. Het werkdadige, voor den evenmensch heilzame leven, is voor de weduwe een troostrijke herinnering, voor den zoon een lichtend voorbeeld. Voor ons doet het zijn nage dachtenis in groote eere voortbestaan. Vervolgens doet de VOORZITTER mededeeling van een ingekomen schrijven van den heer Van Sasse van IJ s s e 11, waarbij hij bericht verhinderd te zijn deze ver gadering bij te wonen. Daarop zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 30 Juli, 20 Augustus en 15 September j.l., overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van 30 Juli j.l. De heer VAN WERKHOOVEN wijst er op, dat het woord Denzelfden'' op pagina 386, 9den regel van bdven, dient te worden vervangen door„Dezelfde leden De VOORZITTER zegt, dat zulks niet noodzakelijk is, doch, als de Raad er geen bezwaar tegen heeft, kan aan den wensch van den heer Van Werkhooven worden tegemoet gekomen. Met inachtneming van de door den heer Van W erkhooven aangegeven wijziging worden voormelde notulen goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 475