28 OCTOBER 1926. 485 Den heer KOOPERBERG bevreemdt het, dat hiervoor een crediet van f 3000,wordt gevraagd Spr. heeft zelf een uitstekende telmachine, welke f 450,heeft gekost. Ook weet hij er nog een te koop voor f 600,— Spr. zou dan ook geen f 3000,voor dit doel wenschen te zien uitgetrokken. De heer ELICH dringt er op aan. een Bredasche firma in aanmerking te doen komen voor de leverantie der machine. De heer VAN WERKHOOVEN sluit zich aan bij de woorden van den vorigen spreker. Hem is ter oore gekomen, dat een ambtenaar van de Gasfabriek op een desbetreffend verzoek van den vertegenwoordiger van Ruys' Handels- vereeniging heeft geantwoord, dat de aankoop van een Burrough-telmachine reeds in een zóó ver gevorderd stadium verkeerde, dat het geven van een demonstratie met een ander soort machine overbodig was. Spr. vraagt, of het Gemeentebestuur daarvan iets bekend is Hij wijst er voorts op, dat de bedoelde telmachine ook door een Bredasche firma geleverd kan worden tegen dezelfde provisie. Ook de heer SCHLAGHECKE dringt er op aan, zooveel mogelijk Bredasche firma's te bevoordeelen, te meer, daar de toestand van den handeldrijvenden middenstand hier ter stede toch al allesbehalve rooskleurig is. De heer KORTEWEG kan mededeelen, dat de door den heer Kooperberg bedoelde telmachines te klein zijn de Gasfabriek moet per sé een zelfde machine er bij hebben en die kost werkelijk f 3000,Den heeren Schlaghecke en Van Werkhooven antwoordt Spr., dat, als er inderdaad een agent van de Burrough- telmachine in Breda gevestigd is, men dan de machine door diens bemiddeling zal aanschaffen, doch Spr. gelooft niet, dat dit het geval is. De heer ELICH merkt op, dat, als er geen agent van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 485