490 28 OCTOBER 1926 „werkverdeeling hapert o. i. zeer veel „De redacteur van de Bredasche Courant velt hier over „Gemeentewerken een oordeel zóó ongunstig, dat hij zeer „ernstige feiten tot staving van dat oordeel had moeten „aanvoeren. „Wat voert echter de redacteur tot staving van zijn „oordeel aan? Vooral dit, dat over den wandelweg in de Willemstraat tijdens de bestrating met asphaltblocs zware „wagens gereden hebben, waardoor het plaveisel overal „kapot en verzakt is, en dat het herstel daarvan weer gel delijke offers van de belasting betalende burgerij vorderen zal. „Zooals hiervoor reeds werd gezegd, geschiedt het herstel „van den wandelweg voor rekening van den aannemer, „zoodat door het verdwijnen van het voornaamste argument „het oordeel van den redacteur der Bredasche courant reeds „zeer wankel komt te staan. „Verder wordt aangevoerd, dat „Gemeentewerken precies „als de vliegen dan hier dan daar neerstrijken, hier een „werk beginnen, het half afwerken, het laten liggen en „weer op een andere plaats iets ondernemen „Als bewijsgrond voor een ongunstig oordeel over Ge- „meentewerken kan dit niet dienen Geschiedde het onder breken van het werk wel of niet om deugdelijke redenen „Hier komt het op aan. Dat het niet om deugdelijke redenen „geschiedde, wordt door dien redacteur niet aangetoond; „hij beweert het zelfs niet. „Nog wordt aangevoerd, dat op dien Zondagmorgen op „bedoelden weg alles kris en kras door elkaar lag, hier een „hoop vuil, daar een hoop grind, ginds een paar neerge smeten keien, verderop een gat in het trottoir, in één „woord een droevig beeld van wanorde. „Deze schildering van den toestand lijdt aan een schrome- „lijke overdrijving. Aan het werk was de laatste hand nog „niet gelegd en er was nog een en ander op te ruimen Dit „is alles en volkomen natuurlijk. „Ten slotte wordt aangevoerd, dat de verlichting van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 490