494 28 OCTOBER 1926. niet zal worden overschreden. Hij stelt deze vraag, omdat het al meermalen is voorgekomen, dat de voor diverse verbouwingen verleende credieten zijn overschreden. Spr. is het, in tegenstelling met den heer Cohen, met Burgemeester en Wethouders eens. dat het aanbrengen van verbeteringen aan dit woonhuis noodzakelijk is. De VOORZITTER zegt, dat dergelijke crediet-aanvragen steeds met de meeste nauwkeurigheid worden berekend. Men mag dan ook niet zeggen, dat de verleende credieten veelal worden overschreden Spr zou zelfs een lange lijst kunnen overleggen van gevallen, waarin het crediet beneden de raming is gebleven. Er is dan ook niet de minste reden om de door den heer S p e y a r t verlangde verklaring niet te geven. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vaststelling van een verkavelingsplan metalgemeene ontwerp- voorwaarden, betreffende den verkoop van het perceel bouwterrein, gelegen aan den \Vilheltninasingel, tusschen den Watertoren en den weg, loopende naar de Cavalerie- kazerne. De VOORZITTER stelt voor, dit punt van de agenda af te voeren. Daartoe wordt besloten. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1926, in verband met de teruggaaf van gestorte pachtsommen voor staan plaatsen op de kermis. De VOORZITTER deelt mede, dat door Burgemeester en Wethouders, op grond van het heerschen van typhus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 494