496 28 OCTOBER 1926. Op die manier spaart men de kool en de geit en wordt het financieel nadeel, dat de gemeente door het niet-plaats- hebben van de gewone najaarskermis 1926 ondervindt, hoewel wat later, ondervangen. De heer HORN1X zou tegelijkertijd met de voorjaars- kermis, een ander ouderwetsch feestin eere willen herstellen, n.l. het Carnaval. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders, zich aanbevolen houden voor alle mogelijke raadge vingen, mits zij niet te ver van het te behandelen punt afstaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt alsnu be sloten, in de week van 24 April 1927 een voor- jaarskermis te houden. Vervolgens wordt zonder eenige bedenking besloten conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake de teruggaaf van ge storte pachtsommen voor staanplaatsen op de kermis. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan eener geldleening. groot f 300.000, tot dekking der kosten van woningbouw en van de oprichting der Veemarkt, luidende als volgt: „Tot dekking der kosten van den bouw van 86 arbeiders woningen aan den Vestkant en van de oprichting der „Veemarkt zullen geldleeningen, beide voor den duur van „50 jaar, moeten worden aangegaan. Benoodigd is voor „genoemden woningbouw rond f 200,000,en voor de „Veemarkt rond f 100,000,in totaal derhalve f 300,000, „Het is gewenscht voor deze uitgaven eene annuïteits- „leening te sluiten, omdat daardoor de lasten van renten „en aflossing gelijkmatig over den looptijd der leening worden „verdeeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 496