Rondvraag. 28 OCTOBER 1926. 499 hebben te houden met de namen der reeds in de omgeving bestaande straten en wegen. De heer CERUTTI zou die nieuwe straten willen noemen naar verdienstelijke Bredasche burgers uit de 19de en 20ste eeuw. De VOORZITTER: Wij houden ons voor nadere opgaaf aanbevolen. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 1 De heer MEIJVIS vraagt, of, nu de toestand met betrekking tot het voorkomen van typhus in deze gemeente aanmerkelijk is verbeterd, de Gezondheidscommissie nog bezwaar zou hebben tegen het hengelen in de singelgrachten. In Princenhage is zulks al weder toegestaan. De VOORZITTER antwoordt, dat hij dienaangaande informaties heeft ingewonnen en dat wel dezer dagen in gunstigen zin zal worden beslist. 2. De heer MEIJVIS vestigt de aandacht op het feit, dat er aan den Vestkant een 23 a 24-tal doode boomen staat, welke gevaar opleveren voor de omgevingtelkens vallen er takken af. Spr. verzoekt derhalve die boomen te doen wegruimen. De VOORZITTER zegt, dat de zaak door den betrokken Wethouder zal worden onderzocht. 3. De heer SPEIJART VAN WOERDEN verzoekt spoedig een verkavelingsplan in te dienen van de gronden, gelegen bij het Sint Ignatius-ziekenhuis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 499