506
29 NOVEMBER 1926.
Tegenwoordig de heeren W. L. KOOPERBERG, H. J.
MOLL, J. N. KROONE, H. J. H. HORNIX, Mr. H. J.
W. PELSTER. P. HAALMAN, A. SCHRAUWEN, C.
TH. BOGMANS, B. COHEN, M. MEIJVIS, F. F. X.
CERUTTI, TH P. EL1CH, W. J. A. LOOMANS, J. J.
A. VAN WERKHOOVEN, N J. H. VAN GROENEN-
DAEL, A C. KORTEWEG, J. A SCHLAGHECKE,
F. p. J. A. APPELBOOM, en Mr. E. L M. H. Baron
SPEYART VAN WOERDEN.
Afwezig: de heeren Jhr. Mr. L. J. M. VAN SASSE
VAN YSSELT en A. W. ZIJLMANS.
Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW
De VOORZITTER opent de vergadering.
De heer KROONE verzoekt, eerst de behandeling van
zijn vragen, in zake steunverleening aan werkloozen, aan
de orde te stellen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men daartoe moeilijk
kan overgaan men zou een gevaarlijk precedent scheppen
door met terzijde-stelling van de agenda een onderwerp te
gaan behandelen, waarop bovendien de Raad absoluut niet
is voorbereid en waaromtrent men heden wel niet tot een
resultaat zal kunnen komen.
De heer KROONE is van meening, dat de behandeling
van dat onderwerp geen uitstel duldt.
De VOORZITTER wijst op het feit, dat de vragen van
den heer Kr o one eerst eergisteren zijn ingekomen, waar
uit men mag concludeeren, dat de urgentie van de zaak
ook naar diens oordeel niet zoo heel groot is. Spreker