29 NOVEMBER 1926.
507
herhaalt, dat hij het volstrekt onnoodig en een gevaarlijk
precedent vindt, deze zaak vóór de andere punten der
agenda te behandelen hij kan daaraan niet medewerken.
Spr. garandeert den heer K r o o n e, dat, als daartoe
maar eenigszins gelegenheid hestaat, de zaak aan het einde
van de vergadering ter sprake zal worden gebracht.
De heer KROONE verklaart met deze toezegging ge
noegen te nemen.
De heer CERUTT1 zou gaarne de toestemming van den
Raad verkrijgen om aan het einde van de vergadering een
interpellatie te mogen houden over het feit, dat door
Burgemeester en Wethouders aan den verslaggever van de
Bredasche Courant de toegang tot de perstribune is
geweigerd.
Zulks wordt toegestaan.
Daarop deelt de VOORZITTER mede, dat de heer
Van Sasse van Ysselt bericht heeft gezonden, dat
hij wegens dringende ambtsbezigheden verhinderd is deze
vergadering bij te wonen en dat de heeren Appelboom,
Schlaghecke en Speyart van Woerden hebben
doen weten, dat zij iets later ter vergadering zullen komen.
Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat de notulen van
het verhandelde in de vergadering van 28 October j 1.
overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement
van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezon
den en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het
midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden voormelde
notulen onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.