530 29 NOVEMBER 1926 Tenslotte verklaart Spr. met zijn vragen geen andere bedoeling te hebben gehad, dan dat er voortaan straffere toepassing van de concessie-voorwaarden plaats hebbe. De heer CERUTTI wenscht naar aanleiding van de opmerking van den heer K r o o n e, dat de concessionaris eigenmachtig de lijn via de Fellenoordstraat heeft gestaakt, een andere kwestie te bespreken. Spr. heeft indertijd al aangetoond het belang, dat het Westen van Breda er bij heeft om niet te zijn verstoken van het autobusverkeer. Spr. zou daarom de route langs de Fellenoordstraat willen laten vervallen en den bus in plaats daarvan willen laten loopen over Haagdijk, Haven, Havermarkt, Torenstraat, Karrestraat en verder de gewone route naar het Mastbosch. Ook zou Spr. willen voorstellen, de reclames tegen het plafond der bussen te doen aanbrengen, daar het publiek het uitzicht vanuit den bus thans bijna geheel wordt benomen. De VOORZITTER wenscht tegenover de enkele op merkingen van den heer K r o o n e het feit te stellen, dat er van zeer vele zijden blijken van instemming met den tegenwoordigen autobusdienst komenover het algemeen is het publiek zeer voldaan over de dienstregeling en de toepassing daarvan. Er blijven natuurlijk weieens kleine onaangenaamheden voorkomen, doch ernstige klachten zijn bij het College niet ingekomen en bij de Directie slechts zeer enkele, die behoorlijk door haar zijn onderzocht. Aan het bevreemdende denkbeeld van den heer K r o o n e, om de concessie te verbreken, valt dan ook niet te denken. De Monopol Maatschappij is volkomen gerechtigd, bussen voor andere doeleinden te gebruiken men kan haar niet verplich ten bussen in te leggen. Op den door den heer K r o o n e bedoelden dag is trouwens 's avonds later gereden dan waar toe men verplicht was. Wat de dienstregeling betreft; deze is door Burgemeester en Wethouders bezien. Een fout schijnt te zijn, dat daarin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 530