29 NOVEMBER 1926 541 De VOORZITTER merkt op, dat dit een zeer belang rijk voorstel is. Breda laat zich daarin van een buitengewoon goede zijde kennen, werkt door het brengen van offers mede om de beteekenis van de stad voor het garnizoen te ver- hoogen en dient tegelijk het behoud van natuurmonumenten. De heer VAN WERKHOOVEN brengt in herinnering, dat deze aangelegenheid de vorige maal in besloten ver gadering in den breede is besproken. De VOORZITTER wenscht erkentelijk te releveeren, dat de medewerking van de Houtvesterij „Breda bij de onderhandelingen met de diverse eigenaren van zeer veel nut is geweest. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 35. Adres van J. Ouwerling alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening ten behoeve van het maken van een afdak voor de open plaats van zijn perceel aan den Haagweg nos. 14 en 14a. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen der Gezondheids commissie en van den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders, om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat het overdekte gedeelte van het perceel niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 541