542 29 NOVEMBER 1926 c. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgers artikel 105 der Bouwverordening, aan Burge meester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden d. dat, wanneer binnen drie maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ont heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 36 De heer PËLSTER brengt in herinnering, dat in de vorige vergadering is vastgesteld een ontwerp-antwoord van Burgemeester en Wethouders op een nota van aanmerkin gen van de Gedeputeerde Staten op het ter goedkeuring ingezonden raadsbesluit van 28 October j. 1 tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1925, in verband met de opheffing van de Bank van Leening. Gedeputeerde Staten wenschen echter, blijkens een nader ingekomen schrijven, de door den Raad vastgestelde regeling, waarbij een gedeelte van het verlies ad f 14,500 ten laste van den Kapitaaldienst wordt gebracht niet goed te keuren, doch het geheele ver lies ten laste van den Gewonen Dienst te zien gebracht. Burgemeester en Wethouders stellen nu voor, zich daarbij neer te leggen en het desbetreffend raadsbesluit in dien zin te wijzigen. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. De VOORZITTER stelt alsnu aan de orde punt 24 der agenda. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vaststelling van een verordening op het beheer van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 542