29 NOVEMBER 1926 543 gas-, het water- en het electriciteitsbedrijf, instructiën voor den onder-directeur, boekhouder en kassier en wijziging van de instructie voor den directeur bij die bedrijven. De VOORZITTER merkt op, dat deze ontwerp-veror- dening en -instructiën om advies bij de Gascommissie zijn geweest en dat door die commissie slechts één opmerking is gemaakt en wel ten aanzien van de instructie van den boekhouder. Men kan dus aannemen, dat de overige bepa lingen geen bezwaar hebben ontmoet. Wordt overgegaan tot de artikelsgewijze be handeling van de ontwerp-verordening en -in structiën. a. Ontwerp-beheersverordening der bedrijven. Artikel 2. De heer KOOPERBERG vraagt, met alle respect voor de capaciteiten van den directeur, of deze functionaris wel in staat is om de boeken te controleerenzulks is toch accountants werk. De VOORZITTER antwoordt, dat het de bedoeling is, dat de directeur op de hoogte blijft van de boekhouding, hetgeen niet wil zeggen, dat hij in detail kasopnemingen verricht en controle uitoefent; daarvoor is de accountant, die een zelfstandig onderzoek instelt. De heer KOOPERBERG vraagt, of de directeur zelf ook een accountant in dienst kan nemen om zich van de boek houding op de hoogte te houden. De VOORZITTER zegt, dat deze bepaling meer een moreele strekking heefthet is geen formeele eisch om de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 543