29 NOVEMBER 1926
555
VERSLAGEN.
De VOORZITTER deelt mede, dat van de commissie,
belast met het onderzoek van de rekening van ontvangsten
en uitgaven van het Oude-Mannenhuis over het jaar 1925,
bericht is ingekomen, dat zij die rekening heeft nagezien
en in orde bevonden, weshalve hij voorstelt, gemelde reke
ning goed te keuren, onder dankzegging aan de commissie
voor het gehouden onderzoek en uitgebracht rapport.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
INTERPELLATIES.
Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde:
1. Vragen van het raadslid J. N. K r o o n e, in zake
steunverleening aan werkloozen, luidende als volgt
I. Is het U bekend, dat er op het oogenblik een groot
aantal „uitgetrokken" werklooze arbeiders zijn, die niet in
de gelegenheid zijn om werk te bekomen en daardoor ge
heel zonder eenige inkomsten zijn?
II. Indien het U bekend is, is U dan niet van oordeel,
dat ten spoedigste maatregelen dienen te worden genomen
om deze menschen te hulp te komen
De VOORZITTER doet voorlezing van bovenstaande
tot hem gerichte vragen en zegt, aan te nemen, dat het er
den heer Kroo ne niet om te doen is hierover een breed
voerig debat uit te lokken, daar de Raad absoluut onvoor
bereid voor deze kwestie komt te staan. Spr. geeft den heer
Moll het woord om eenige inlichtingen omtrent den stand
van de werkloosheid hier ter stede te verstrekken.
De heer MOLL deelt mede, dat er op 19 November j.l
281 werkloozen bij de Arbeidsbeurs waren ingeschreven