560 29 NOVEMBER 1926 tengevolge overkropt met werk. Als zij morgen ten deze tot overeenstemming komen, dan zal zoo spoedig mogelijk een raadsvergadering worden uitgeschreven. De heer KROONE kan zich daarbij niet neerleggen. Spr. handhaaft zijn voorstel om de door de Commissie voorgestelde regeling alvast tijdelijk in werking te doen treden. De VOORZITTER De Raad kan toch geen regeling vaststellen, waarvan hij den inhoud zelfs niet kent. Ook voor den heer VAN WERKHOOVEN maakt dit een zeer gewichtig punt uit. Hij zou daarom liever de toe zegging willen hebben, dat er minstens over een week wederom vergaderd zal worden. De VOORZITTER: Ook dat kan ik niet garandeeren. Het gaat niet om mij persoonlijk, maar hoe kan ik te voren zeggen, dat de besprekingen, welke morgen in de vergade ring van Burgemeester en Wethouders zullen worden gehouden, tot een resultaat zullen leiden, dat het zoo spoe dig bijeenroepen van den Raad mogelijk maakt? De heer HAALMAN verzoekt, den Raad mededeeling te willen doen van het voorste! der Commissie, dan kan dit college beoordeelen, of het de daarin vervatte regeling tijdelijk in werking zal doen treden De VOORZITTER maakt er den heer H a a 1 m a n op merkzaam op, dat er ook nog een College van Burgemeester en Wethouders bestaat, hetwelk den Raad van voorlichting moet dienen, vooral in een zoo gewichtige zaak als deze. Er kan thans niets van een behandeling van dat voorstel komen. Het is eerst Vrijdag 26 dezer ingekomen Men kan dan toch niet vergen, dat Burgemeester en Wethouders nu al met een voorstel bij den Raad zouden zijn gekomen, te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 560