29 NOVEMBER 1926 561 meer waar het advies niet op een noodtoestand duidt. De Raad moet er genoegen mede nemen, dat Burgemeester en Wethouders zoo spoedig mogelijk hun zienswijze zullen mededeelen. De heer KROONE vraagt, of niet alleen het artikel betreffende de uitkeeringen alvast van toepassing zou kun nen worden verklaard belanghebbenden zijn dan geholpen. Spr. verzoekt den betrokken Wethouder bedoeld artikel voor te lezen. De VOORZITTER antwoordt, dat zelfs dat niet moge lijk is, aangezien het advies van een commissie aan Burge meester en Wethouders niet zonder meer staande de vergadering kan worden gepubliceerd. De heer KROONE stelt dan voor, voorloopig gelijke uitkeeringen te verstrekken als de werkloozenkassen ongeveer een bedrag van f 13,80 per week en daarvoor een crediet beschikbaar te stellen. De VOORZITTERIs dat nu de weg om tot een oplossing te komen De Raad is thans in het minst niet op de hoogte; hij kan ook in verband met de bepalingen van het reglement van orde een zoo rauwelings gedaan voorstel, hetwelk bovendien niet aan de orde is, onmogelijk behandelen. Men moet in het belang van de zaak zelve berusten in de toezegging, dat zij morgen in de vergadering van Burgemeester en Wethouders zal worden besproken en zoo spoedig mogelijk bij den Raad aanhangig zal worden gemaakt. De heer KROONE vraagt, of niet de positieve toezeg ging kan worden gegeven, dat in den loop van de volgende week zal worden vergaderd. De VOORZITTER: In die richting zullen wij trachten te werken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 561