568 14 DECEMBER 1926. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer B o g m a n s bericht is ingekomen, dat hij wegens ziekte verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Daarop stelt de VOORZITTER aan de orde: 1. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Bra bant, d.d. 17 November 1926, G no 239, houdende goed keuring van het raadsbesluit van 15 September j1tot vaststelling eener rooilijn voor een gedeelte der Prinsenkade. 2. Besluit van de Gedeputeerde Staten voornoemd, d d. 1 December 1926, G. no. 146, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 28 October j.l. tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1926, in verband met restitutie van ontvangen pachtsommen voor kermis-standplaatsen De VOORZITTER stelt voor, deze beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 3. Adres van de N. V. Bredasche Ijzer- en Staalhandel alhier, daarbij afwijking verzoekende van het raadsbesluit d.d. 25 April 1926, waarbij ontheffing van artikel 15 der Bouwverordening werd verleend o a. op voorwaarde, dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht, en zulks voor het plaatsen van een afdak op het open terrein van de ijzeropslagplaats. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-Directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde afwijking en vergunning toe te staan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 568