56 5 FEBRUARI 1926. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder voorwaarde, dat de steeg, waarin de deur van de bovenwoning zal uitkomen, naar genoegen van Burgemeester en Wethouders op peil gebracht, gerioleerd en bestraat zal worden. Punt 30 is reeds vóór punt 1 der agenda behandeld. De VOORZITTER schorst daarop de openbare verga dering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. Na heropening der openbare vergadering wordt besloten de overeenkomst met het Algemeen Afdeelingsziekenfonds van de afdeeling Breda e. o. van de Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der Geneeskunst, betreffende de inschrijving van armlastigen en minvermogenden, op te zeggen. De heer CERUTTI doet, namens de betrokken commis sie, mededeeling van den tekst van de op den door de raadsleden geschonken gedenksteen aan te brengen inscriptie, welke luidt als volgt „Als blijk van waardeering voor de van grooten „burgerzin getuigende schenkingen en Burge meester van Sonsbeeck's beleid, welke dezen „bouw en inrichting van dit Stadhuisgedeelte „door den Bouwmeester Hanrath mogelijk heb- „ben gemaakt, deden de Leden van den Raad „op den dag der plechtige ingebruikneming „dezen gedenksteen aanbrengen". Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 56