570 14 DECEMBER 1926. houders, om de gevraagde afwijking en vergunning toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressanten de ge vraagde afwijking en vergunning toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht c. dat het gedeelte A. B. C. D., op de plattegrond- teekening aangegeven, niet hooger worde op getrokken dan 2,40 Meter en het gedeelte E. F. C. H. niet hooger dan 3,40 Meter d. dat het bij te bouwen gedeelte niet van bestem ming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt e. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens ar tikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aange boden f. dat, wanneer binnen drie maanden na de dag- teekening van dit besluit, van de verleende afwijking geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van één dezer voorwaarden de verleende afwijking en vergunning vervalt. 5. Adres van J. van Diepenbrugge te Teteringen, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwveror dening, voor het oprichten van een gebouwtje, dienende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 570