574 if DECEMBER 1926 toestand van den muur het gevolg is van het afbreken van gemeente-perceelen, acht Spr. het een daad van billijkheid tegenover de eigenaresse om daarin verbetering te brengen De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak in onder zoek is; er is dienaangaande nog geen beslissing genomen. De heer PELSTER beveelt den heer Speyart van Woerden aan, eens na te gaan, wie volgens de juris prudentie de kosten te betalen heeft der verbetering van een gemeenschappelijken muur, die, door het afbreken van het gebouw aan den eenen kant, van binnenmuur buiten muur geworden is. Spr meent, dat volgens de jurisprudentie de verbetering bekostigd moet worden door den eigenaar van het aan den anderen kant van den muur overgebleven gebouw. De heer SPEYART VAN WOERDEN merkt op, dat het College daarvan toch nog niet zoo heel zeker schijnt te zijn, aangezien zij in deze nog geen beslissing heeft genomen. De VOORZITTER jjat komt omdat wij èn de wet èn de billijkheid in acht wenschen te nemen. Zonder verder opmerkingen wordt alsnu con form het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten, 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot terugbetaling van een gedeelte der huur aan een tweetal huurders van perceelen weiland in den Belcrumpolder. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 574