14 DECEMBER 1926 577 opgemeten zij staan 9 Meter vaneen. Hij vindt dat abso luut niet te dicht. Zoo ook in de Wilhelminastraat. Men zou daar bij verwezenlijking van dit voorstel een zeer ijle beplanting verkrijgen, aangezien de daar staande boomen nog zeer jong zijn. Het lijkt Spr. dan ook het beste, in het jaar 1940 nog eens met dit voorstel terug te komen. Wat het 4de voorstel betreft; de kosten, welke daaruit voortvloeien, zijn weggegooid geld, vooral nu de nieuwe verkeersregeling functioneert. Spr. toont met verschillende voorbeelden aan, dat het verhoogde voetpad in de Wil helminastraat in geen enkel opzicht hinderlijk is voor het verkeer op het kruispunt Parkstraat Baronielaan Daarbij komt nog, dat de kosten van de voorgestelde inkorting f 1500 zouden bedragen. Een dergelijke belangrijke uitgaaf moest eigenlijk bij de gemeente-begrooting voor het nieuwe jaar behandeld worden. Spr. geeft den Raad dan ook in overweging, alleen het eerste voorstel, n.l. betreffende de heesterperken aan te nemen. Hoe grooter het aantal stemmen is, dat tegen de overige voorstellen wordt uitgebracht, des te meer zal daardoor blijken, dat de Raad prijs stelt op het behoud van natuur schoon. De heer HORN IX merkt op, dat toen door den vorigen directeur der Beplantingen de boomen in de Wilhelmina straat op 5 M. afstand van elkander geplant zijn, deze heeft voorzien, dat zulks voldoende was voor een geruim aantal jaren. In de Nieuwe Boschstraat, waar de boomen op gelijken afstand zijn geplaatst, staan zij elkaar toch ook niet in den weg Voorts wijst Spr. er op, dat het rooien van de kastanjeboomen in de Parkstraat en hun vervanging door boomen uit de Wilhelminastraat, op de wijze zooals de directeur der Beplantingen dat wenscht, een verslechte ring van het verkeer zou beteekenen. Ook zijn zij te mooi om gerooid te worden. Spr, zou het dan ook afgezien nog van de kosten, welke de voorgestelde verruiling met zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 577