14 DECEMBER 1926. 581 De VOORZITTER merkt op, dat het gevraagde crediet bijna geheel voor de inkorting van het verhoogde voetpad zal worden besteed de kosten aan de verruiling der boomen verbonden beteekenen niet veel. Spr. heeft er geen bezwaar tegen, het voorstel te splitsen. Voor zich persoonlijk hecht Spr. niet zoo veel aan de inkorting. De heer KORTEWEG is het niet met den heer Spey- art van Woerden eens, dat het verkeer door de Parkstraat niet veel te beteekenen zou hebben, integendeel, het neemt met den dag toe Spr. acht de voorgestelde inkorting dan ook beslist noodig het wordt daar een druk punt. De heer MOLL verklaart, tegen een eventueel voorstel, tot behoud van den tegenwoordigen toestand in de Wil- helminastraat, te zullen stemmen, omdat de Commissaris van Politie inkorting van het verhoogde voetpad noodig oor deelt de nieuwe verkeersregeling geeft aan, dat men recht behoort over te steken. De VOORZITTER lijkt het 't beste, om het voorstel van Burgemeester en Wethouders in tweeën splitsen, n. 1 in een betreffende de beplanting en een in zake de inkorting. De heer CERUTTI zou het voorstel betreffende de beplanting ook nog willen splitsen. De VOORZITTER zegt, dat tegen het verwijderen der heesterperken bij niemand bezwaar schijnt te bestaanmen kan dit onderdeel van het voorstel, dat ook niet des Raads schijnt, uitschakelen. Wat de boomenkwestie betreft, deze kan niet gesplitst worden zij maakt één geheel uit. Rest dus nog de inkorting. Het voorstel kan derhalve gevoeglijk in tweeën gesplitst worden. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, hoe het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 581