582 14 DECEMBER 1926. verder zal gaan als het eerste voorstel verworpen mocht worden. De VOORZITTERDan zoude het tweede toch in stemming kunnen worden gebracht' De zaak kan dan nog nader onder de oogen worden gezien. Het eerste voorstel van Burgemeester en Wethouders, betreffende de beplanting in Park straat en Wilhelminastraat, wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 10 tegen 9 stemmen. Voor de heeren Kroon e, Schlaghecke, Schrau- wen, Moll, P e 1 s t e r, E 1 i c h, V a n G r o e n e n d a e 1, Loom an s, Speyart van W oerden en Kor te w e g. Tegen de heeren Kooperberg. Cerutti, Van Sasse van IJsselt, Meijvis, Hornix, VanWerk- h o o v e n, Cohen, Appelboom en Haaiman. De heer PELSTER wenscht zijn stem te motiveeren met betrekking tot het voorstel tot inkorting van het verhoogde voetpad in de Wilhelminastraat. Spr. heeft dit voorstel in zijn hoedanigheid van loco burgemeester onderteekend; hij is er echter persoonlijk tegen en wel om financieele redenen. De heer Moll heeft het wel wat sterk uitgedrukt, toen hij mededeelde, dat de Commissaris van Politie de voorge stelde inkorting noodzakelijk acht Spr. meent, dat de Commissaris haar slechts wenschelijk, hoogstens zeer wen- schelijk acht. Bij het bestudeeren nu van de gemeente- begrooting voor 1927 zullen de leden van den Raad bemerken, dat uitgaven voor zaken, welke alleen maar «wenschelijk" zijn, achterwege gelaten behooren te worden. Meer zal Spr. hiervan thans niet zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 582