14 DECEMBER 1926. 583 mocht De heer CERUTTI zegt, dat nu hij van den heer P e 1 s t e r heeft vernomen, dat de Commissaris van Politie alleen de wenschelijkheid van de inkorting heeft bepleit, het hem des te gemakkelijker valt tegen dit voorstel te stemmen. De heer MOLL merkt nog op, dat de huidige toestand ter plaatse een chaos in het verkeer teweegbrengt. Spr. houdt vol, dat de Commissaris van Politie de inkorting van het verhoogde voetpad wel degelijk noodzakelijk vindt. De heer KORTEWEG bevestigt, dat de Commissaris van Politie heeft aangedrongen op inkorting van het ver hoogde voetpad. Spr. vindt het niet juist om op de wijze als de heer Pel ster heeft gedaan, stemming te maken tegen dit voorstel. Het voorstel, in zake inkorting van het ver hoogde voetpad in de Wilhelminastraat, wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 11 tegen 8 stemmen. Tegen: de heeren Kooperberg, Cerutti, Van Sasse van IJsselt, Kroon e, Pelster, Elich, Loomans, Van Werkhooven, Speyart van Woerden, Appelboom en Haaiman. Voor: de heeren Me ij vis, Schlaghecke, Schrau- wen, Moll, Hornix, Van Groenendael. Cohen en Korteweg. De beide overige door Burgemeester en Wet houders voorgestelde maatregelen, met name: het verwijderen van de twee groote heester- perken in de Parkstraat en het rooien van boomen in de Spoorstraat, worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 583