14 DECEMBER 1926 587 De heer MOLL beweert, dat de eerste opzet wel degelijk is geweest, de armlastige patiënten onder te brengen bij het A. A. Z. B. De heer APPELBOOM Dit is pas bij de eindconclusie van de commissie tot reorganisatie te berde gebracht. De heer MOLLDat is voor mij de basis. En als de inschrijving in het Ziekenfonds nu is vervallen, dan is ook de basis vervallen, waaraan de commissie haar recht van bestaan ontleent, want er schiet dan voor haar niet veel anders over dan de controle over het verblijf van patiënten in de ziekenhuizen. De heer APPELBOOM is het niet met den heer Moll eens, dat aan de commissie de basis is ontnomen, waaraan zij haar bestaansrecht ontleent. De heer MOLL toont aan de hand van de verordening aan, dat zulks wel het geval is. De heer APPELBOOM Noemt U dan eens alle werk zaamheden op, waarmede de commissie belast is. De heer MOLLDat ben ik niet van plan te doen. U moet het verder maar zelf uitzoeken. De VOORZITTER brengt in herinnering, dat Burge meester en Wethouders in het begin van de maand Sep tember een nota tot den Raad hebben gericht, behelzende het ziekte-proces van deze aangelegenheid. Sedertdien hebben zij zich beijverd het conflict met de geneesheeren bij te leggen. Spr. zal thans geen uitvoerig exposé van den stand van zaken geven zulks kan beter in een nota aan den Raad geschieden. Eén punt wenscht Spr. echter reeds thans naar voren te brengen, omdat daaromtrent mededeelingen in de groote pers zijn verschenen, n.l. dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 587